• Zempo Kaiten in beweging en over partner
• Ushiro Ukemi in beweging en over partner
• Yoko Ukemi in beweging en over partner

A. Osae Komi Waza (houdgreeptechniek)

• Kuzure-kesa-gatame
• Kesa-gatame
• Yoko-shiho-gatame
• Kami-shiho-gatame
• Tate-shiho-gatame
• Kata-gatame
• Ushiro-kesa-gatame

B. Kaiho waza – bevrijdingen uit houdgrepen

•  bevrijding uit Kata-gatame, één manier
• bevrijding uit Kuzure-kesa-gatame , twee manieren
• bevrijding uit Kesa-gatame, twee manieren
• bevrijding uit Yoko-shiho-gatame, twee manieren
• bevrijding uit Kami-shiho-gatame, twee manieren
• bevrijding uit Tate-shiho-gatame, twee manieren

C. Kogeki waza – aanval bij Uke in diverse posities

• Uke in vierpuntensteun, Tori opzij, twee manieren
• Uke in vierpuntensteun, Tori vooraan, drie manieren
• Uke op de buik, Tori bovenop of ernaast, twee manieren
• Uke op de rug, Tori aan de benen, één manier

D. Boei waza – verdediging tegen aanval van Uke

• Tori in vierpuntensteun, Uke ervoor, twee manieren
• Tori in vierpuntensteun, Uke ernaast, twee manieren
•  Tori op de rug, Uke tussen de benen, twee manieren

E. Shime waza – verwurgingen

• Okuri-eri-jime
• Nami-juji-jime, basis & één situatieve vorm

F. Kansetsu waza – armklemmen

• Ude-hishigi-ude-gatame
• Ude-hishigi-juji-gatame, basis & één sitatieve vorm

A. Tachi waza (werptechniek)

• Uki-goshi
• Osoto-gari
• O-goshi
• Ippon-seoi-nage
• Harai-goshi
• Kosoto-gari
• Kouchi-gari
• Seoi-nage
• Koshi-guruma
• Ouchi-gari
• Tsurikomi-goshi
• Hiza-guruma
• Deashi-harai

B. Kaeshi waza – overnames. De aanval van Uke overnemen

• Hiza-guruma, één overname
• Okuri-ashi-harai, één overname
• Uki-goshi, twee overnames
• Osoto-gari, twee overnames
• O-goshi, twee combinaties
• Ippon-seoi-nage, twee overnames
• Harai-goshi, twee overnames
• Kosoto-gari , twee overnames
• Kouchi-gari, twee overnames
• Seoi-nage, twee overnames
• Koshi-guruma, twee overnames
• Ouchi-gari, twee overnames
• Tsurikomi-goshi, twee overnames

C. Renraku waza – combinaties. Schakelen na reactie van Uke

• Hiza-guruma, één combinatie
• Okuri-ashi-harai, één combinatie
• Uki-goshi, twee combinaties
• Osoto-gari, twee overnames
• O-goshi, twee combinaties
• Ippon-seoi-nage, twee combinaties
• Harai-goshi, twee combinaties
• Kosoto-gari , twee combinaties
• Kouchi-gari, twee combinaties
• Seoi-nage, twee combinaties
• Koshi-guruma, twee combinaties
• Ouchi-gari, twee combinaties
• Tsurikomi-goshi, twee combinaties

•  afstanden
• groet en slag
• koshi-waza

• Dojo (meditatiezaal)
• Hajime (beginnen)
• Judogi (judokledij ≠ kimono)
• Kumi Kata (manier vastnemen)
• Matte (stoppen)
• Tatami (tapijt, judomat)
• Ne (op de grond, liggend)
• Tachi (rechtstaand)
• Ushiro (achterwaarts)
• Yoko (zijwaarts)
• Hidari (links)
• Migi (rechts)
• Ko (klein)
• O (groot)
• Rei (groet)
• Ukemi (valbreken)
• Tori (hij die uitvoert)
• Uke (hij die ondergaat)
• Soremade (einde)
• Kesa (flank, zijde)
• Ippon (één punt, één zijde)
• Randori (vrij oefenen)
• Toketa (verbroken)
• Waza Ari (bijna punt)
• Obi (gordel)
• Soto (buitenwaarts)
• Uchi (binnenwaarts)
• Za Zen (meditatiezit)
• Gatame (houden, controleren)
• Uchi Komi (herhaald inkomen)
• Gari (maaien)
• Harai (vegen)
• Hiza (knie)
• Kake (uitvoeren, werpen)
• Osae Komi (houdgreep)
• Sono Mama (beweeg niet meer)
• Ashi (voet, been)
• Kaeshi Waza (tegenaanvaltechniek)
• Makura (oorkussen)
• Renraku Waza (combinatietechniek)
• Hantei (oordeel)
• Hikiwake (gelijk)

• Judogi behoorlijk kunnen aandoe
• Gordel kunnen knopen