5de kyu bis – geel/oranje gordel
algemene voorwaarden
- 7 jaar worden in het kalenderjaar.
- Voorbereidingstijd minimum 30 lessen na het behalen van vorige gordel.
- Het volledige programma van 5de bis t.e.m. 6de kyu kennen.
- Enkel voor leden 1ste en 2de groep.
Ukemi’s (valoefeningen)
- Zempo Kaiten in beweging
- Ushiro Ukemi in beweging
- Yoko Ukemi in beweging
Tachi waza (rechtstaande techniek).
A. Nage waza (werptechniek)
- Uki Goshi (vlottende heupworp)
- O soto gari (grote buitenwaartse maai)
- O Goshi (grote heupworp)
- Ippon Seoi Nage (met één punt over de rug werpen)
- Harai Goshi (vegende heupworp)
B. Kaeshi waza (De aanval van Uke overnemen na onderstaande worpen)
- O soto gari, 2 overnames
- O Goshi, 2 overnames
- Ippon Seoi Nage, 2 overnames
- Uki Goshi, 2 overnames
- Harai Goshi, 1 overname
C. Renraku waza (Schakelen na onderstaande worp na reactie van Uke)
- O soto gari, 2 combinaties
- O Goshi, 2 combinaties
- Ippon Seoi Nage, 2 combinaties
- Uki Goshi, 2 combinaties
- Harai Goshi, 1 combinatie
Katame Waza (controletechniek).
A. Osae Komi Waza (houdgreeptechniek)
- Kesa gatame (flank controle)
- Kuzure Kesa Gatame (variatie flank houden)
- Yoko Shiho Gatame (zijwaarts 4-punten houden)
B. Kaiho Waza (bevrijdingstechnieken)
- bevrijding uit Kuzure-kesa-gatame , 2 manieren
- bevrijding uit Kesa-gatame, 1 manier
C. Kogeki Waza (aanvalstechnieken)
- Uke in vierpuntensteun, Tori vooraan, één manier – manier 1
- Uke op de rug, Tori aan de benen, één manier – manier 1
- Uke op de buik, Tori bovenop of ernaast, één manier
- Uke in vierpuntensteun, Tori opzij, één manier – manier 1
D. Boei Waza (verdedigingstechnieken)
- Tori in vierpuntensteun, Uke ernaast, één manier
- Tori op de rug, Uke tussen de benen, één manier – manier 1
Terminologie
- Dojo (meditatiezaal)
- Hajime (beginnen)
- Judogi (judokledij ≠ kimono)
- Kumi Kata (manier vastnemen)
- Matte (stoppen)
- Tatami (tapijt, judomat)
- Ne (op de grond, liggend)
- Tachi (rechtstaand)
- Ushiro (achterwaarts)
- Yoko (zijwaarts)
- Hidari (links)
- Migi (rechts)
- Ko (klein)
- O (groot)
- Rei (groet)
- Ukemi (valbreken)
- Tori (hij die uitvoert)
- Uke (hij die ondergaat)